Wanneer je worstelt met sociale angst, voel je je vaak onzichtbaar. Alsof je dag in dag uit door moeilijke, spannende situaties gaat, maar niemand écht doorheeft wat je doormaakt.
Zo voelde het voor mij. Ik had het zwaar met mezelf, met mijn emoties, met de paniekmomenten. Niet alleen wist ik niet hoe ik ermee om moest gaan, ik begreep vaak niet eens wat me overkwam. Wat is dit? Waarom overkomt dit mij? Waarom lijkt niemand anders hier last van te hebben?
Ik vermeed sociale situaties niet, maar als de spanning me toch overweldigde — soms zelfs meerdere angstaanvallen op een dag — ging ik vaak huilend en diep teleurgesteld naar huis.
In het begin praatte ik er juist vaak over. Maar na verloop van tijd begon ik te voelen dat het voor anderen misschien te veel was, of te vaak. En dus ging ik steeds meer voor mezelf houden. Soms durfde ik niet eens meer te praten, omdat ik voelde dat het toch geen zin had. Ik dacht: ‘ze zullen het toch niet begrijpen.’ Dat maakte de angst extra zwaar, want ik moest alles in m’n eentje verwerken:
Wat gebeurde er precies? Waardoor raakte ik zo gespannen? Kan ik hier iets aan doen?
En dan die stroom aan emoties: teleurstelling in mezelf (alsof ik had gefaald), frustratie omdat het weer niet zonder angst lukte, machteloosheid omdat ik geen controle voelde, verdriet omdat ik alles alleen moest dragen en boosheid, omdat ik zó hard mijn best deed, maar niets leek te helpen.
Het liefst wilde ik er wél over praten. En soms kon dat nog steeds: met mijn ouders, of met een vriend(in). Maar ik wilde hen ook niet telkens tot last zijn. Dus hield ik op een gegeven moment mijn mond. Ik deed alsof alles oké was.
Maar als ik dan toch eens mijn verhaal durfde te delen, merkte ik vaak dat mensen de ernst ervan niet inzagen. Dat ze niet begrepen hoe diep het me raakte. Zelfs een luisterend oor voelde soms als te weinig. Want als je alleen een “oh oke”, “ja snap ik” of “wat vervelend” terugkrijgt, dan voelt het alsof je je kwetsbaarheid voor niets hebt getoond. Dan kost het je alleen maar energie, terwijl je juist steun zo hard nodig hebt.
Toen ik me begon te realiseren dat ik die steun en erkenning niet kreeg op de manier die ik hoopte, begon ik mezelf steeds meer af te sluiten.
Maar wat had ik dan eigenlijk nodig?
Niet iemand die alles voor me oplost want dat kán ook niet.
Maar gewoon: een arm om me heen. Een luisterend oor. Iemand die zegt: “Ik zie dat je het moeilijk hebt, en ik ben er.” Soms is dat het enige dat je nodig hebt.
Eenzaam zijn versus eenzaam vóelen
Sociale angst is een eenzame strijd. Een strijd die moeilijk uit te leggen is, tenzij je het zelf hebt meegemaakt. Ik heb me jarenlang alleen gevoeld. En als ik eerlijk ben: nu soms nog steeds.
Maar wat is dat eigenlijk, je eenzaam vóelen? Wat is het verschil met écht alleen zijn?
Er is namelijk een duidelijk verschil tussen fysiek alleen zijn en emotionele eenzaamheid: dat gevoel van losgekoppeld zijn, zelfs als je mensen om je heen hebt.
Je kunt in een kamer vol mensen staan, of een actief sociaal leven hebben, en je tóch diep vanbinnen alleen voelen. Niet omdat er niemand bij je is, maar omdat je je niet verbonden voelt. Omdat je denkt: niemand snapt echt wat er in mijn hoofd gebeurt.
Dat gevoel ken ik maar al te goed. Ik was niet letterlijk alleen. Ik had vrienden, familie, collega’s. Maar toch voelde ik me anders. Alsof ik er niet helemaal bij hoorde. Alsof ik een masker droeg dat niemand zag. En hoe vaker ik me onbegrepen voelde, hoe minder ik durfde te laten zien wat er écht speelde. Zo ontstond er een innerlijke afstand tussen mij en de wereld om me heen.
Echte verbinding draait niet om het aantal mensen om je heen, maar om hoe veilig je je voelt om jezelf te zijn. Om te mogen zeggen: ‘Ik voel me vandaag niet oké,’ zonder je meteen schuldig of zwak te voelen.
Dat is voor mij het verschil tussen alleen zijn en je alleen vóelen. En sociale angst maakt dat gevoel nog sterker. Het laat je geloven dat jij de enige bent die zo denkt of voelt, terwijl dat absoluut niet zo is.
Dat gevoel van eenzaamheid werd bij mij ook versterkt doordat ik steeds vaker mijn mond hield. Niet omdat ik niets te zeggen had — ik zou boeken kunnen schrijven over alles wat ik voel — maar omdat ik mijn kwetsbaarheid niet durfde te tonen. Omdat ik bang was dat mensen zouden denken: daar gaan we weer. Of omdat ik bij de kleinste zucht of afwezige blik dacht: ze zijn het zat.
Ik wilde sterk zijn. Ik wilde niet ‘de moeilijke’ zijn. Dus hield ik mijn verhaal binnen.
Maar juist daardoor voelde ik me nóg eenzamer. Want hoe kun je je begrepen voelen, als je jezelf steeds kleiner maakt?
En dat is wat sociale angst met je doet. Het laat je twijfelen aan je eigen gevoelens. Alsof ze er niet mogen zijn. Alsof je je aanstelt. En als je dat vaak genoeg denkt, ga je jezelf uit bescherming afsluiten. Maar in die bescherming schuilt een andere pijn: eenzaamheid. Het voelde soms alsof ik opgesloten zat in mijn eigen lichaam, terwijl ik vanbinnen om hulp schreeuwde, maar niemand het hoorde.
Over dat ‘sterk willen zijn’ en het niet durven tonen van mijn échte emoties wil ik binnenkort een aparte blog schrijven. Want dat patroon zit dieper dan ik dacht en het speelt bij zóveel mensen die worstelen met angst of onzekerheid.
De angst om ‘lastig’ te zijn
Niet alleen het niet willen tonen van zwakte maakte dat ik me eenzaam voelde: ik wilde ook anderen niet tot last zijn.
Op momenten dat ik mijn hart luchtte, merkte ik soms dat de aandacht verslapte. Gesprekken begonnen betrokken, maar onderweg haakten mensen af. Ze veranderden van onderwerp, of er kwam iets tussen en we pakten het gesprek nooit meer op. Daardoor kreeg ik het gevoel dat het hen te veel werd, of dat het ze gewoon niet meer interesseerde. Misschien klopt dat niet, ik kan tenslotte niet in hun hoofd kijken. Maar zo voelde het wél voor mij.
Langzaam ben ik mezelf ‘lastig’ gaan vinden. Lastig, met al die gevoelens van angst waar ik zelf al geen raad mee wist. Het voelde oneerlijk. Voor mij was het allemaal zó echt. Hoe kon dat anderen niet raken? Waarom haakten ze af? Waar ging het mis? En zo groeide opnieuw dat eenzame gevoel.
Toch bleef ik het lange tijd proberen. Simpelweg omdat ik het nodig had. Elke keer dat ik wél iets deelde, zat er hoop in: misschien luistert deze persoon wél echt. Misschien voel ik me straks beter. Maar hoe vaker het anders liep, hoe meer ik me terugtrok. Het voelde alsof ik een boek opende en halverwege de bladzijde iemands aandacht verloor. En dat boek… bleef dicht.
Als je steeds opnieuw signalen opvangt dat mensen niet echt luisteren of je niet kunnen geven wat je op dat moment nodig hebt, dan geef je uiteindelijk op. Ik kroop letterlijk terug in mijn hoek. Alleen. En dat vond ik zó moeilijk, juist omdat ik het zo nodig had om gehoord te worden.
Tot op de dag van vandaag wil ik anderen niet tot last zijn. Ik hou vrijwel alles voor mezelf. Alleen als iemand er expliciet naar vraagt, deel ik nog iets en dan nog voorzichtig en beknopt. Het is iets wat ik mezelf heb aangeleerd.
Toch merk ik: als ik me veilig voel bij iemand, écht verbonden voel, dan durf ik langzaam weer open te zijn. Want dit is wel een deel van wie ik ben. Het hoort bij mij, ondanks dat ik het mezelf heb afgeleerd. Openheid zit in mijn karakter. Ik wil juist verbinding en graag delen wat er speelt, ook los van de angst. Dat heb ik altijd al gehad.
Maar die openheid was in het begin ontzettend lastig. Niet alleen als het om angst ging, maar ook bij andere gevoelens of gebeurtenissen. Ik dacht vaak dat ik raar was, omdat ik zo open wilde praten over wat ik voelde of had meegemaakt. Alsof ik de enige was die dat nodig had. Alsof dat niet normaal was, of niet gewenst. Het leek wel een soort taboe.
Totdat ik merkte dat mijn vriendin eigenlijk óók heel open is. Dat ze ook lang kan blijven hangen in één onderwerp. En ik vond dat helemaal niet raar. Ik vond het juist heel fijn, aangenaam en menselijk. Ik bewonderde haar juist om die openheid. Het leek haar ook helemaal niet te storen.
En toen begon er ook iets in mij te verschuiven. Misschien ben ik dus niet zo vreemd. Misschien is het gewoon wie ik ben: iemand die graag open praat. Die soms lang blijft hangen in een onderwerp. En dat is oké.
Langzaam begon ik weer in mezelf te geloven op dat gebied. Ik ben nog steeds aan het leren om me zonder schaamte open te stellen, maar ik ben al zó goed op weg.
Want ik geloof: iedereen is anders. Sommige mensen zijn gesloten, houden van oppervlakkige gesprekken. Anderen kunnen urenlang praten. En daar hoor ik bij. Moet ik me daarvoor dan schamen? Moet ik dat verbergen?
Nee.
Mijn ervaring: voel goed bij wie je jezelf kunt zijn. Bij wie je je openheid mag laten zien, en bij wie je het beter wat compacter houdt. Zoek de balans. Maar geef je openheid nooit op. Want jezelf kwetsbaar durven tonen is géén zwakte, het is een kracht.
Voel je de behoefte om je hart te luchten?
Wees dan lief voor jezelf. Kies iemand bij wie je je veilig voelt. Iemand die écht luistert. Iemand die openstaat voor jouw verhaal, hoe lang of intens het ook is.
Is dat op dat moment niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat die persoon er even niet is? Dan heb ik gemerkt dat het ook kan helpen om mijn gedachten van me af te schrijven in een schriftje. Zo kan ik het wat loslaten in mijn hoofd en weer doorgaan.
En mis je toch nog de vriendelijke woorden van een ander? Dan helpt het soms om jezelf af te vragen: Wat zou een lief en steunend iemand nu tegen mij zeggen?
Bijvoorbeeld: ‘Ik ben trots op jou.’ Of: ‘Ik zou precies hetzelfde voelen in jouw situatie.’ Of simpelweg: ‘Het is helemaal oké dat jij je nu zo voelt.’
Schuld geven aan anderen
Lange tijd gaf ik anderen de schuld van mijn eenzame gevoel. ‘Zij zijn de reden dat ik me zo alleen voel,’ dacht ik vaak. Maar sinds een paar maanden begin ik langzaam in te zien dat het eigenlijk helemaal niet zo gek is dat anderen mij niet begrijpen, zeker als ze zelf geen sociale angst ervaren.
Als je iets niet kent of nooit zelf hebt meegemaakt, dan weet je ook niet goed hoe je moet reageren. Je begrijpt dan niet wat de ander écht nodig heeft. En dat is helemaal menselijk.
Een voorbeeld: mijn vriendin is inmiddels bevallen, maar tijdens haar zwangerschap vertelde ze vaak hoe moe ze was en hoeveel zorgen ze had over haar kindje. Ik luisterde, probeerde me in te leven, maar écht begrijpen deed ik het niet. Het enige wat ik kon doen, was er voor haar zijn. Wanneer ik dan weer thuis was, gaat mijn leven gewoon verder. Hoe rot ik het ook voor haar vind.
En precies dát inzicht heeft mij geholpen: dat het bij mij net zo werkt. Dat mensen om mij heen óók gewoon weer doorgaan met hun leven, ook al leefden ze oprecht met me mee. En als ik er niet zelf over begin, wordt het onderwerp vaak niet meer aangestipt. Niet uit onwil, maar omdat het leven gewoon doorgaat. En dat betekent niet automatisch dat ze het bagatelliseren of dat ze niet om mij geven.
Dat besef heeft me zachter gemaakt. Ik ben gaan begrijpen dat mijn sociale angst mijn strijd is en dat het dus ook aan mij is om ermee om te leren gaan. Maar dat betekent niet dat ik alles alleen moet doen.
Juist in moeilijke periodes kunnen steun en een paar lieve woorden van een ander een wereld van verschil maken. Ze kunnen je net even optillen, even ademruimte geven, of zorgen dat je jezelf minder ‘gek’ voelt. Daarom wil ik ook tegen jou zeggen: schroom niet om om steun te vragen.
En ik hoop dat je via mijn website ook steun mag ervaren: in mijn verhalen, in mijn tips, maar ook in de reacties van anderen. Want dát is mijn grootste doel: jou laten voelen dat je niet alleen bent in je strijd met angst. En dat er altijd verbinding mogelijk is, ook als het soms ver weg lijkt.
Hoe kun je wél steun ervaren bij anderen?
Toen ik me steeds vaker onbegrepen voelde, begon ik me af te vragen: Wat had ik eigenlijk nodig? En misschien nog belangrijker: Hoe kunnen mensen om me heen weten wat ik nodig heb, als ik het zelf amper weet of niet durf te zeggen?
Het is iets wat ik zelf ook vaak lastig vond. Ik wilde steun, maar wist niet goed hoe ik dat moest vragen. Wat zeg je dan? Wat als iemand het niet begrijpt? Wat als je een afwijzende reactie krijgt? Al die vragen hielden me tegen om me uit te spreken.
Maar wat ik ben gaan leren, is dit:
Als jij iets nodig hebt van een ander, probeer dat dan zo duidelijk mogelijk te maken. Je hoeft niet alles te vertellen of je hele hart op tafel te leggen. Soms is één simpele zin genoeg, zoals:
• ‘Ik heb niet echt advies nodig, alleen iemand die even wil luisteren.’
• ‘Zou je gewoon even bij me willen zijn, ook al weet je niet wat je moet zeggen?’
• ‘Ik voel me vandaag heel gespannen, zou je me een beetje willen afleiden?’
Deze zinnen kunnen voor jezelf ook rust geven. Want je neemt even de regie. Je maakt duidelijk wat je verwacht, zonder dat je iemand hoeft te overtuigen of alles hoeft uit te leggen.
Praktische tips om iemand met angst in je omgeving te steunen
Misschien lees je dit als iemand die zelf geen last heeft van sociale angst, maar die wel iemand kent die hiermee worstelt. Een vriend, partner, broer of collega. En misschien voel je je weleens machteloos: Je wilt helpen, maar je weet niet goed hoe. Je wilt het niet erger maken. Je wilt het juiste zeggen, maar weet niet wat dat is.
Het goede nieuws is: je hoeft het niet perfect te doen. Je hoeft geen psycholoog te zijn. Alleen al jouw aanwezigheid en bereidheid om te luisteren, maakt vaak al een wereld van verschil.
Wat helpt wél?
• Luisteren zonder te oordelen of meteen oplossingen aan te dragen. Soms wil iemand gewoon zijn verhaal kwijt, zonder dat je iets oplost. Het boek ‘problemen laten bij wie ze horen’ van Gary Lundberg en Joy Saunders Lundberg, is echt een top boek. Ik heb hem zelf ook gelezen en het heeft me heel erg in communicatie geholpen. Ik voel me veel luchtiger en minder benauwd omdat ik niet meer het idee heb dat ik problemen van anderen moet oplossen en ik merk ook verschil in de reacties van anderen.
• Zinnen als ‘Dat lijkt me echt moeilijk voor je’ of ‘Ik ben er voor je’ kunnen veel meer betekenen dan je denkt. Valideren heet dit. Hier gaat het boek ook diep op in. Heel fijn om dit soort zinnen al klaar te hebben, want het werkt echt!
• Vraag wat iemand nodig heeft. Je hoeft het niet te raden. Een simpele ‘Kan ik iets voor je doen?’ of ‘Wat zou je fijn vinden nu?’ laat al zien dat je er bent. Dit heb ik persoonlijk vaak gemist en juist op de moeilijke momenten had ik dat zó fijn gevonden. Het had me echt een gevoel van steun en gezien worden gegeven.
• Vermijd uitspraken als ‘Je moet er gewoon niet aan denken’ of ‘Stel je niet zo aan.’ Ook goedbedoelde adviezen kunnen onbedoeld pijnlijk zijn. Want nee, zo makkelijk is het dus niet.
• Wees geduldig. Angst verdwijnt niet van de ene op de andere dag. Alleen al weten dat iemand er wél voor je is, ook na de zoveelste moeilijke dag, geeft vertrouwen. Dat zeg ik echt vanuit ervaring. Want ja, ik kwam soms wéér met hetzelfde verhaal aan bij iemand. Maar ik zat er nog steeds mee. En ook al lijkt het voor een ander misschien alsof het steeds hetzelfde is, angst herhaalt zich nu eenmaal. Het gaat niet zomaar weg. Juist dan is het zo waardevol als iemand tóch de moeite neemt om te blijven luisteren. Dat geeft vertrouwen. (Begrijp me niet verkeerd: ik snap dat dit niet altijd makkelijk is voor degene die luistert. Maar het is wél iets wat iemand met angst enorm kan helpen.)
Tot slot
Als je je herkent in mijn verhaal, weet dan dat je niet de enige bent. Echt niet. Je bent niet raar, je stelt je niet aan, en je hoeft het niet allemaal alleen te doen. Sociale angst kan je het gevoel geven dat je er niet bij hoort of niet goed genoeg bent, maar dat is een leugen van de angst, niet de waarheid over jou.
Durf stukje bij beetje open te zijn, bij de juiste mensen. En als die er nu nog niet zijn, weet dan: ze bestaan. Soms duurt het even om ze te vinden, maar geef jezelf en anderen de tijd. Want verbinding begint met jezelf durven laten zien, op jouw tempo.
En voor wie iemand in zijn omgeving wil steunen: je aanwezigheid, je geduld, je luisterend oor: het doet er toe en zelfs veel meer dan je denkt.
Laten we blijven praten, blijven luisteren en blijven verbinden. Juist ook op de momenten dat het moeilijk is. Want niemand verdient het om zich alleen te voelen in wat hij of zij doormaakt.
